Binnenkort wil ik ook nog eens wat met al m’n schellekoorden doen. Ik spaar ze al heel lang. De vier molens op deze collage komen van m’n allereerste schellekoord, wat eigenlijk een co-produktie is van mijn schoonzus en mij. In de zeventiger jaren heeft het tijdschrift Margriet een Kruissteekboek uitgegeven met ontwerpen van Mies Bloch. Mijn (toen nog aanstaande) schoonmoeder kocht dat en maakte er verschillende dingen uit. Eén van haar dochters had ook wel zin in een groot project en begon aan het schellekoord met de molens. Destijds was het door dat boek een bekend ontwerp geworden want veel Margriet-lezeressen hadden dat boek. M’n schoonzus borduurde de helft van de molens, vervolgens bleef het onafgemaakte borduurwerk jarenlang in een lade liggen en later mocht ik het afmaken. Toen het af was, gaf ik het terug aan m’n schoonmoeder en toen heeft het nog jarenlang bij haar in de kamer gehangen. Bij een verhuizing kwam het weer vrij en kreeg ik het. Later wil ik jullie nog graag mijn grote verzameling schellekoorden laten zien. Daarbij vind ik het interessant om te bedenken dat bij èlk van die lange borduurwerken wel zo’n verhaal hoort. Van wie het geborduurd heeft en in welke tijd en met hoeveel liefde en inzet en doorzettingsvermogen het is gemaakt. Als ik zo’n borduurwerk tegenkom, is het nooit ‘neutraal’. Ik vraag me altijd af wie de maakster was en hoe het in de kamer zou hebben gehangen. Daar krijg je meestal geen antwoord op maar bij deze molens wel: de helft van de molens werd door m’n schoonzus geborduurd, en de andere helft door mij.