In de Biedermeiertijd (van 1815 tot 1848) was het leven in eigen huis extra belangrijk. In veel Europese landen was dit een periode van politieke omwentelingen. In deze woelige periode verlangde men naar huiselijkheid, vriendelijke vormen en nationale ornamenten. In de kunst gaf de Biedermeier-stijl een overdadige verfijning te zien. Dit was ook een reactie op de voorgaande tijd, de Empire-tijd, waarin veel militaire en op de Romeinen geïnspireerde ornamenten werden benadrukt. Nu dus meer lieflijkheid en huiselijkheid. Ook aan de hoven was een pronk- en decoratie-zucht te zien.
Een voorbeeld om het contrast uit te laten komen: in de Empire-stijl werden veel zwaarden afgebeeld, en in de Biedermeiertijd zwanen. Twee letters verschil, die de verandering illustreren.
Ook in de borduurkunst was de voorkeur voor gezelligheid en lieflijkheid goed te zien. Er worden heel veel tafereeltjes geborduurd met overdadige bloemboeketten, kransen, hondjes, vogels en buiten-tafereeltjes.
Vanaf 1850 worden er veel borduurlappen gemaakt, waarvoor de zogenoemde Berlijnse wol werd gebruikt. Er wordt veel op grofmazig stramien geborduurd. Door het verven van de wol met synthetische stoffen zijn de kleuren erg fel.
In een oud nummer van Handwerken zonder Grenzen (nr. 146) staat een artikel over de zo typerende patronen uit de Biedermeiertijd. Een omvangrijke verzameling van deze patronen werd door het echtpaar Landwehr-Vogels in 1995 geschonken aan het Regionaal Archief Rivierenland in Tiel.
Dit archief kan online worden ingekeken.
Diny Gerards-Mensink doet onderzoek naar deze grote collectie historische kruissteekpatronen en schrijft daar een boek over. Dit jaar is zij ook een weblog gestart: historische borduurpatronen. Een aanrader voor wie zich hiervoor interesseert.
Dit blogje heb ik geschreven n.a.v. een vraag die ik per mail kreeg uit Rusland.
En dan tenslotte nog wat over de afbeelding: Dit is mijn eigen schilderij! Ik heb het nog maar kort en het komt later in m’n shop.